Skip to main content
huurrecht

Na een huurcontract voor bepaalde tijd moet altijd een huurcontract voor onbepaalde tijd worden afgesloten, of toch niet altijd?

In juni 2013 sluiten een huurder en verhuurder een huurovereenkomst voor de periode van 2 jaar. Na afloop van deze periode sluiten partijen opnieuw een huurovereenkomst voor bepaalde tijd.  Tijdens deze periode zegt de huurder de huur voortijdig op. De verhuurder gaat niet akkoord en vordert in een  gerechtelijke procedure van de huurder de huurpenningen over de gehele periode.

De huurder verweert zich met het argument dat na de eerste huurovereenkomst voor bepaalde tijd, de tweede huurovereenkomst automatisch voor onbepaalde tijd zou gelden, zodat hij rechtsgeldig tussentijds kon opzeggen. De kantonrechter stelde de verhuurder in het gelijk en het gerechtshof Den Bosch in januari 2019 vervolgens ook. Waarom had de verhuurder gelijk?

Het Hof stelt dat de huurder de huur niet tussentijds kon beëindigen, omdat uit de tekst van de huurovereenkomst blijkt dat partijen bewust opnieuw een huurovereenkomst voor bepaalde tijd wensten af te sluiten. Deze uitspraak sluit aan bij art. 7:230 BW, waarin is bepaald dat de huurovereenkomst na afloop daarvan voor onbepaalde tijd wordt verlengd, tenzij van een andere bedoeling blijkt. Dat was dus hier het geval. Het is dus wel degelijk mogelijk om aansluitend een nieuwe huurovereenkomst voor bepaalde tijd aan te gaan, maar dan moet dat wel duidelijk in de huurovereenkomst worden vastgelegd. Alleen een bepaalde termijn vermelden is dan niet voldoende (vindplaats: ECLI:NL:GHSHE:2019:89).