Op 14 december 2018 heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de aard en omvang van de zorgplicht van de banken.
De bank, Amstelstaete, had in 2006 een hypothecair krediet verleend op basis van salarisgegevens, die door een tussenpersoon waren verstrekt. Echter, de tussenpersoon had de door zijn klant verstrekte gegevens eigenmachtig ‘opgepoetst’ aan Amstelstaete gegeven, kennelijk om de kans op een hypotheek te vergroten. Amstelstaete controleerde die gegevens niet, en verstrekte op die basis een hypotheek. In 2013 moest het huis worden verkocht, omdat de klant de hypotheeklasten niet meer kon voldoen. De tussenpersoon was inmiddels failliet gegaan. Door de verkoop ontstond een restschuld van € 120.000,00.
In de procedure, die de klant tegen Amstelstaete aanspande, vorderde de klant een verklaring voor recht dat Amstelstaete haar zorgplicht had geschonden, want door de aangeleverde cijfers niet te controleren, had Amstelstaete bewust het risico genomen dat de lening onverantwoord was en dat zij daarom aansprakelijk was voor de geleden schade.
De Hoge Raad heeft op een aantal belangrijke vragen in deze zaak een antwoord gegeven. Amstelstaete trachtte haar zorgplicht af te schuiven naar de tussenpersoon, omdat die de salarisgegevens had aangeleverd. De Hoge Raad stelt dat Amstelstaete een eigen verantwoordelijkheid had voor de gehanteerde cijfers. Amstelstaete had moeten onderzoeken of die cijfers juist waren. De Hoge Raad stelt dat de civielrechtelijke zorgplicht van een kredietaanbieder, zoals Amstelstaete, verder kan reiken dan de gedragsregels die in de publiekrechtelijke regelgeving, zoals voorheen in art. 51 Wet Financiële Dienstverlening (Wfd) en thans in de Wet op het financieel toezicht (Wft) zijn vastgelegd.
Ook valt op dat de Hoge Raad het door de banken veel gebruikte argument, dat een hypotheek een eenvoudig product is, zodat de consument in de eerste plaats zelf moet en kan waken voor een te hoge lening, van tafel wordt geveegd. De bank is bij uitstek de deskundige, die de gevolgen van een kredietverstrekking veel beter kan overzien. De wetgever heeft in de toelichting op het overkrediteringsartikel 4:34 Wft al gesteld dat de bank de consument moet beschermen voor lichtzinnige beslissingen!
De conclusie is dat zowel de banken als de tussenpersonen ieder een eigen verplichting hebben betreffende de controle van de financiële gegevens van de klant, maar uiteindelijk is de bank als kredietverstrekker toch eindverantwoordelijk. Men dacht tot nog toe dat deze zware zorgplicht alleen gold voor complexe financieringsproducten, zoals optieconstructies en effectenlease, maar de Hoge Raad heeft nu uitdrukkelijk beslist dat de consument ook bij de verstrekking van zogenaamde eenvoudige financieringsproducten, zoals hypotheken, wordt beschermd door de civelrechtelijke zorgplicht, die verder kan reiken dan de gedragsregels van de publiekrechtelijke regelgeving, zoals thans in de Wft, en voorheen in de Wfd, zijn vastgelegd (vindplaats: ECLI:NL:HR:2018:2298).